I am Article Layout

Selecteer uw beleggersprofiel:

Deze inhoud is uitsluitend bestemd voor een Adviseur en Institutionele belegger / consultant en Particuliere Belegger.

Vleesconsumptie is de belangrijkste reden voor ontbossing

Juli 2021
Marketingmateriaal

Ontbossing: slimme bosbouwoplossingen die het regenwoud sparen

Vleesproductie is de belangrijkste oorzaken voor boomkap in het regenwoud. Het aanpakken van ontbossing begint dus in de voedingsindustrie.

In de ongeveer vier minuten die het kost om dit artikel te lezen, is naar schatting een stuk regenwoud ter grootte van veertig voetbalvelden gekapt1. Die ontbossing heeft allerlei schadelijke gevolgen. Bomen nemen bij het groeien CO2 op uit de lucht. Dat proces stopt als een boom gekapt wordt. En bij het verbranden van hout, komt de CO2 weer vrij. Omdat in sommige delen van de wereld veel bosgebieden wordt afgebrand om de oppervlakte vrij te maken voor andere doelen, speelt ontbossing een rol bij circa 20% van de menselijke CO2-uitstoot.

Ook op andere manieren speelt het regenwoud een grote rol voor het leven op onze planeet. Misschien is het je wel eens opgevallen dat het op warme dagen aangenaam koel is in het bos. Het bladerdek creëert schaduw, terwijl bomen bovendien de omgeving koelen door water te laten verdampen. Een perenboom van vier meter hoog kan voor ongeveer evenveel afkoeling zorgen als twee kleine air-conditioners2.

De grote regenwouden zijn nog veel meer dan een bron van CO2-opname en wereldwijde afkoeling. In het regenwoud wonen miljoenen diersoorten. Veel soorten leven in kleine populaties, maar spelen wel een heel belangrijke rol in hun lokale ecosysteem. In zijn documentaire ‘A Life on Our Planet’ haalt David Attenborough orang-oetangs als voorbeeld aan. Een moeder moet tien jaar de tijd krijgen om haar jongen te leren welke vruchten ze kunnen eten. Zonder die kennis, kunnen jonge orang-oetangs mogelijk niet hun rol spelen bij het verspreiden van allerlei boom- en plantenzaden. Een gevolg is dat het voortbestaan van allerlei bomen en planten in gevaar komt.

 

Op weg naar een duurzame houtvoorziening

De oplossing ligt volgens Attenborough voor de hand: stoppen met het kappen van regenwoud. De productie van professionele bosbouwbedrijven kan in de toekomst voorzien in de wereldwijde houtvraag. Hout is een belangrijke grondstof vooral allerlei sectoren: van huizenbouw tot de verpakkingsindustrie. Elk jaar wordt ongeveer 4 miljard kubieke meter hout verwerkt tot allerlei producten3.

De meeste bosbouwbedrijven hebben een beleid om voor elke boom die ze kappen, twee jonge bomen te planten. Door te investeren in dit soort ondernemingen, draagt een belegger bij aan een duurzame houtvoorziening. De Timber-strategie belegt in ondernemingen die een rol spelen bij een duurzame houtkringloop. Behalve bosbouwbedrijven, zijn dat bijvoorbeeld ook firma’s met slimme oplossingen om efficiënter om te springen met houtproducten, zoals papier en verpakkingen.

Het tropisch regenwoud wordt echter niet alleen gekapt om te voorzien in de vraag naar hout. Attenborough legt uit dat vleesproductie de belangrijkste reden is voor ontbossing. Volgens hem is deze oorzaak minstens even belangrijk als de volgende drie samen. Alleen al een land zoals Brazilië gebruikt 170 miljoen hectare grond voor het houden van vee. Dat is maar liefst zeven maal het grondgebied van het Verenigde Koninkrijk. Ook de een na grootste oorzaak van ontbossing – grond vrijmaken voor sojaverbouw - heeft een directe link met vleesproductie. Meer dan 70% van de sojaproductie wordt namelijk gebruikt als veevoer.

De aanleg van palmolieplantages maakt de top-3 compleet. En ten slotte speelt ook de opmars van de bewoonde wereld een rol. Door de aanleg van onder meer wegen en boerderijen, ligt 70% van de bosoppervlakte binnen een kilometer van de bosrand. Er zijn nauwelijks meer echte diepe, donkere verlaten bossen op onze planeet. 

Als je bedenkt dat er in de natuur voor elke jager ongeveer honderd prooidieren zijn, wordt snel duidelijk dat de groei van de vleesconsumptie voor grote problemen zorgt

Uit ‘A Life on Our Planet’ komt naar voren dat er in de Serengeti voor elke jager ongeveer honderd prooidieren zijn. Maar door de enorme groei van de wereldbevolking, is die verhouding op onze planeet volledig scheefgegroeid. In Nederland is bijvoorbeeld slechts 4 tot 6% van de inwoners vegetariër4. Naarmate het verschil tussen vleesvervangers en echt vlees vervaagt – zowel qua smaak als qua prijs - wordt de drempel om over te stappen naar een ander dieet steeds lager.

Er liggen enorme kansen voor bedrijven die helpen bij het veiligstellen van een duurzame voedselvoorziening. Aansprekende voorbeelden zijn de ontwikkelaars van vleesvervangers en specialisten op het vlak van vertical farming. Dit is het werkterrein van de Nutrition-strategie van Pictet, die focust op kansen in de hele voedingsketen: van gewaszaad tot de voedingsproducten in de supermarkt. Voor beleggers snijdt het mes aan twee kanten: het duurzame vliegwieleffect is veel groter dan wanneer je alleen je eigen levensstijl aanpast en de themafocus maakt het mogelijk om heel gericht in te spelen op veelbelovende groeimarkten.