Grijze gebieden in groene obligaties
Wat het allemaal nog ingewikkelder maakt, is hoe sommige emittenten deze klasse van effecten verder onderverdelen, bijvoorbeeld 'blauwe obligaties’ die verband houden met beleggingen in water, of 'transitie-obligaties' die de transitie naar een koolstofarme economie bevorderen. Ondertussen hebben 'sociale obligaties’ die een bredere maatschappelijke impact beloven, na de wereldwijde coronavirusepidemie meer aandacht gekregen.
Soms is het zinvol om voorbij het groene label te kijken en te beleggen in gewone effecten die zijn uitgegeven door een echt groen bedrijf. Sommige bedrijven met een sterk milieuprogramma hebben afgezien van de uitgifte van groene obligaties vanwege de nog steeds geringe omvang van de markt en het gespecialiseerde karakter ervan, of omdat ze berekend hebben dat ze niet worden gecompenseerd voor de extra compliancekosten die aan groene obligaties verbonden zijn.
Soms is het zinvol om voorbij het groene label te kijken
Zo hebben tot nu toe slechts drie autobedrijven een groene obligatie uitgegeven, en Tesla, leider op het gebied van elektrische voertuigen, is daar niet één van. Dat ondanks het algemene streven van de sector naar groen transport, met name naar elektrificatie. De markt voor groene obligaties is immers nog steeds relatief geconcentreerd, met meer dan 70 procent van de uitgiftes die worden gedaan door financiële instellingen en nutsbedrijven.
Maar voor alle grijze gebieden in groene obligaties gaan de zaken stilaan beter. Dat komt deels door de beste praktijken, deels door de sectororganen en deels door de toezichthouders.
Zo heeft de Amerikaanse koffieketen Starbucks na de uitgifte van drie duurzame obligaties, met als hoogtepunt de ophaling van 1 miljard dollar in 2019, een voorbeeld gesteld dat door andere bedrijven kan worden gevolgd. De doelstelling van Starbucks, namelijk om koffiebonen in te kopen bij duurzame producenten en de retailactiviteiten groener te maken, heeft veel steun gekregen van investeerders.3 Het bedrijf is op zijn beurt een informatiebron geworden voor andere bedrijven die groene financiering willen aantrekken.
Een vrijwillige code van de sector bepaalt wat een groene obligatie is, en de obligatie wordt geverifieerd door een erkende partij die is gecertificeerd door de Climate Bonds Standard & Certification Scheme. Dat wordt op zijn beurt weer versterkt door een tweede opinie van onafhankelijke externe bureaus, zoals Sustainalytics, die het groene karakter van de obligatie beoordelen.
Tot slot zijn ook overheidsinstellingen betrokken. De Europese Unie heeft in december 2019 het voortouw genomen door regels op te stellen die bepalen welke financiële producten als ‘groen’ of ‘duurzaam’ kwalificeren. Die regels verplichten bedrijven om volledig bekend te maken welk deel van hun investeringen milieuvriendelijk of duurzaam is. Slechts 17 procent van de marktwaarde van de groene obligaties in de MSCI Green Bond Index zou voldoen aan de eisen van de EU Green Bond Standard (EU GBS).
Maar het kwantificeren van wat vaak kwalitatieve aspecten van de activiteiten zijn, is een uitdaging en is nog nieuw terrein. Bureaus die bedrijven beoordelen op milieu-, sociale en bestuurscriteria kunnen zeer uiteenlopende beoordelingen geven, afhankelijk van het gewicht dat zij geven aan verschillende factoren, zoals de industrie, de regio waarin ze actief zijn en de intenties van het management.
Gezien de complexiteit ervan moeten beleggers een zorgvuldige, analytische aanpak hanteren. Sommige groene obligaties zijn groener dan andere. Sommige gewone bedrijfsobligaties die door groene bedrijven worden uitgegeven, zullen groener zijn dan groene obligaties. En soms zullen gewone financieringen die door bedrijven in vervuilende sectoren worden opgehaald, worden gebruikt voor milieuvriendelijke investeringen – vooral als het bedrijf de aard van zijn activiteiten fundamenteel wil veranderen. Het evenwicht tussen milieuprestaties en sociale factoren vereist een brede kijk op de markt. Geen enkele groene obligatie mag worden beoordeeld los van de algemene strategie van het uitgevende bedrijf voor een groener en duurzamer bedrijfsmodel.