I am Article Layout

Nu lezen: Barometer: Geen goede tijd om te kopen?

Selecteer uw beleggersprofiel:

Deze inhoud is uitsluitend bestemd voor een Adviseur en Institutionele belegger / consultant en Particuliere Belegger.

BAROMETER, INVESTMENT OUTLOOK OKTOBER

Oktober 2021
Marketingmateriaal

Barometer: Geen goede tijd om te kopen?

Nu het sterke economische herstel van China na de pandemie in gevaar komt door het debacle van Evergrande,  moeten beleggers hun verdediging versterken.

01

Asset-allocatie: herfstkilte op de markten

Er wordt steeds meer een strakker monetair beleid verwacht.

De centrale banken blijven voorbereidingen treffen om de monetaire stimuleringsmaatregelen voor de pandemie in te trekken in het licht van de oplopende inflatie.

Maar hogere rentevoeten zijn niet de enige zorg voor de aandelenmarkten. Ook de gebeurtenissen in China zijn zorgwekkend. Het sterke herstel van de pandemie komt nu in gevaar, omdat Peking moet voorkomen dat zijn noodlijdende vastgoedbedrijf Evergrande tenonder gaat.

We hebben onze prognoses voor de economische groei van China voor 2021-22 met 1 procentpunt verlaagd tot 8,6 procent, omdat we verwachten dat de gevolgen van het debacle van Evergrande zich zullen verspreiden over de vastgoedsector. De toonaangevende indicator van het land daalt met 5 procent op jaarbasis, hetzelfde tempo als tijdens de Covid-19-crisis in maart 2020.

Dat hoeft geen verrassing te zijn, aangezien vastgoed en aanverwante sectoren goed zijn voor 30 procent van het Chinese bbp en vastgoed meer dan twee derde van het vermogen van huishoudens uitmaakt. Een strakker monetair beleid heeft ons ertoe aangezet obligaties te verlagen tot onderwogen, terwijl de problemen van China ons ervan overtuigd hebben om de blootstelling aan defensieve aandelensectoren te verhogen en cash te verhogen tot overwogen.

Afb. 1 - Maandelijks asset-allocatie overzicht

Oktober 2021

asset-allocatie overzicht
Bron: Pictet Asset Management

Uit onze conjunctuuranalyse blijkt dat de economische activiteit wereldwijd afkoelt. Onze wereldwijde toonaangevende indicatoren zijn in augustus voor het eerst gedaald sinds het begin van het post-pandemische herstel. Wij hebben onze wereldwijde verwachtingen voor de bbp-groei voor de derde maand op rij verlaagd van 6,4 procent vorige maand naar 6,2 procent voor 2021, door de neerwaartse herzieningen van de VS en China.

Hoewel de groei in de VS vertraagt, ligt die nog steeds duidelijk boven het potentieel. We verwachten dat de grootste economie ter wereld sterk zal blijven, aangezien nieuwe banen en loonstijgingen de consumptie in de komende kwartalen een duwtje in de rug zullen geven.

Tekorten aan arbeidskrachten en grondstoffen en een piek in de olie- en gasprijzen houden de inflatiedruk hoog, al is het tempo van de consumptieprijsstijgingen de voorbije maand wel vertraagd.

Europa blijft een lichtpunt aangezien de belangrijkste index van de regio voor de vierde maand op rij gestegen is, ondersteund door een zwakkere euro, de genereuze monetaire stimuleringsmaatregelen van de Europese Centrale Bank en een succesvolle uitrol van vaccins.

Uit onze liquiditeitsanalyse blijkt dat de centrale banken voorlopig nog heel wat stimulansen bieden, maar in een trager tempo.

De vijf grootste centrale banken ter wereld pompen elk kwartaal 500 miljard dollar aan liquiditeit in de markt, het laagste bedrag in 18 maanden en in vergelijking met 1,5 biljoen dollar tijdens de piek van de pandemie.

Uit onze berekeningen blijkt echter dat de monetaire verstrakking van de Amerikaanse Federal Reserve duidelijk achter de curve blijft. De 'schaduwrente' van de centrale bank, aangepast voor het effect van de activa-aankopen, ligt ongeveer 500 basispunten onder haar evenwichtsniveaus.

Toch laten de Fed-medewerkers zich duidelijk agressiever uit, wat erop wijst dat de maandelijkse obligatie-inkopen van de centrale bank voor 120 miljard dollar sneller zullen worden stopgezet en dat er een agressievere renteverhogingscampagne zal komen die al eind 2022 van start kan gaan.

De liquiditeitssituatie in de eurozone blijft de soepelste in de wereld en de Europese Centrale Bank zal volgend jaar wellicht bedragen in de economie blijven pompen die hoger zijn dan het bbp, de enige monetaire autoriteit van de grote economieën die dat doet.

De Chinese centrale bank heeft de netto-cashinjectie opgevoerd als reactie op een financieringskrapte bij de vastgoedontwikkelaars. Wij verwachten dat de liquiditeitssituatie in het land de komende maanden geleidelijk zal versoepelen; de Chinese centrale bank kan haar reserveratio voor banken dit jaar voor de tweede keer verlagen wanneer haar leningen op middellange termijn vervallen.

Afb. 2 - Zeldzame uitstroom van eigen vermogen
Aandelenfondsen wekelijks en cumulatieve stromen
AA-kapitaalstromen
Bron: Refinitiv, EPFR, Pictet Asset Management; gegevens uit de periode 31.12.2018-30.09.2021

Ons waarderingsmodel ondersteunt onze verlaging van obligaties en onze neutrale aandelenpositie.

Ondanks een recente stijging van de rendementen blijven de obligaties onder de reële waarde en we verwachten een verdere koerscorrectie.

De aandelen kenden hun eerste wekelijkse uitstroom van dit jaar, van meer dan 24 miljard dollar (zie Afb. 2).

De stijgende obligatierendementen zullen wellicht wegen op de winstveelvouden van aandelen gezien de hoge waardering van de activaklasse. Een andere waarschuwing zijn de bedrijfswinsten.

Het winstmomentum heeft een hoogtepunt bereikt, met de toekomstige winst per aandeel op 12 maanden die nu stijgt met 20 procent voor de MSCI All-Country World Index, vergeleken met 60 procent in juni.

Onze modellen tonen dat de winstgroei in de komende kwartalen aanzienlijk zal blijven vertragen naarmate het groeitempo van de economie vertraagt.

Onze technische indicatoren schetsen een positief beeld voor risicovollere activa, ondersteund door seizoensgebonden factoren en een gematigd beleggerssentiment.

02

Aandelenregio's en -sectoren: kiezen voor defensieve aandelen

Wij blijven neutraal ten aanzien van aandelen, maar blijven onze allocatie in defensieve delen van de markt verhogen omdat we ons zorgen maken over toenemende risico's voor de wereldwijde groei. De rally die in het voorjaar van 2020 van start ging, verliest aan kracht. De marktvolatiliteit neemt toe, terwijl de economische en winstgroei vertragen. De centrale banken bouwen de monetaire stimuleringsmaatregelen af. En de waarderingen zijn hoog opgelopen.

Wij brengen twee wijzigingen aan in onze regionale en sectorale aandelenallocaties - we beëindigen onze shortpositie in Japanse aandelen en brengen ze naar neutraal, en we verhogen de gezondheidszorg van neutraal naar overwogen.

Hoewel het fundamentele verhaal in Japan niet verbeterd is ten opzichte van vorige maand - toonaangevende indicatoren dalen en het land is erg blootgesteld aan een verzwakkende wereldwijde productiecyclus - opent het gewijzigde leiderschap van de regering, met Fumio Kishida als volgende eerste minister, het vooruitzicht op beleidswijzigingen die beleggers al enige tijd wensen. Daar hoort ook een terugkeer bij naar de stimulusprogramma's in de stijl van Abenomics.

Meer in het algemeen behouden we in onze regionale aandelenallocatie een sterke voorkeur voor Europese aandelen en blijven we overwogen in Britse, Europese en Zwitserse aandelen. In de eurozone is het economische momentum veerkrachtiger dan elders, is de uitrol van de vaccins op gang gekomen en zal de ECB het beleid niet snel verstrakken. Bovendien zijn de waarderingen van aandelen zowel in absolute als in relatieve termen nog redelijk. De Britse markt is intussen de goedkoopste op onze scorecard met een dividendrendement van meer dan 4 procent en een goede sectormix, gedomineerd door cyclische waardeaandelen en hoogwaardige defensieve aandelen.

Afb. 3 - Aandelen uit de gezondheidszorg moeten schitteren naarmate de economische groei vertraagt

Prestaties gezondheidszorg vs. economische verrassingen

Aandelen - gezondheidszorg
Bron: Refinitiv Datastream, Citi, Pictet Asset Management. Gegevens uit de periode 28.09.2016-23.09.2021.

De daling van de Chinese aandelenmarkt met 30 procent dit jaar werd veroorzaakt door verrassend zwakke bedrijfsresultaten. De verwachte winst op twaalf maanden is ongewijzigd gebleven ten opzichte van december, ook al is die in de rest van de wereld met meer dan 25 procent gestegen. Maar hoewel Chinese aandelen hierdoor goedkoop lijken, zijn ze nog niet goedkoop genoeg om lokale risico's buiten beschouwing te laten - naast de abrupte wijzigingen in de regelgeving was er nu ook nog een energieschok. We blijven zeer optimistisch over de vooruitzichten op middellange tot lange termijn voor Chinese aandelen, maar we wachten op het einde van het economische groeimomentum en een duidelijker gematigd monetair beleid om onze tactische blootstelling te verhogen.

We blijven onze allocatie in defensieve sectoren opvoeren door de gezondheidszorg op te waarderen tot single overweight. De sector heeft een sterk momentum en presteert sinds het begin van het jaar beter dan zijn defensieve sectorgenoten (zie Afb. 3). De waardering is redelijk en historisch gezien biedt een sterke Amerikaanse dollar ondersteuning. We behouden onze overweging in financials, die zouden moeten profiteren van stijgende rendementen, en in vastgoed, dat relatief goedkoop is en een defensieve activaklasse is die ondersteund zou moet worden door de heropening van de economieën. We blijven ook onderwogen in basisconsumptiegoederen, omdat de stijgende inflatie en de terugtrekking van de overheidssteun de koopkracht van de huishoudens zullen aantasten.

De materialensector is nu de goedkoopste sector in onze modellen. De lagere waardering van de sector vloeit voort uit bezorgdheid over de consumptie in China en de sterkte van de dollar. Uitzonderlijk komt dit op een moment dat de energieaandelen zijn gestegen.

Meer algemeen is het winstmomentum duidelijk over zijn hoogtepunt heen. De verwachte winst op twaalf maanden per aandeel voor de MSCI All Country World Index steeg met 60 procent op jaarbasis in juni. Het jaartarief is nu gedaald tot 20 procent. Onze modellen tonen dat de winstgroei de komende kwartalen aanzienlijk zal blijven vertragen naarmate het tempo van de economische groei verslechtert. 

03

Obligaties en valuta's: beïnvloed door inflatie

Beleggers in vastrentende waarden over de hele wereld zijn beducht op inflatie. Op lange termijn kan ze de rente hoger duwen en de obligatierente opnieuw aantrekkelijk maken. Maar voorlopig dreigt ze de echte waarde van al flinterdunne rendementen aan te tasten.

Wereldwijd verwachten we dat de inflatie voor dit en volgend jaar boven de trend en de consensus zal blijven, voornamelijk door de sterke vraag als gevolg van een groot aantal nieuwe banen en de aantrekkende loongroei. Ook de voortdurende knelpunten in de bevoorrading zouden een rol moeten spelen, gezien het tekort aan arbeidskrachten en de recordlage voorraden.

Het is dan ook van essentieel belang om gebieden van de obligatiemarkt te vinden die het best het hoofd bieden aan de inflatiedruk. Volgens ons zijn dat bijvoorbeeld de Chinese staatsobligaties. De Chinese consumentenprijzen stegen in augustus met slechts 0,8 procent op jaarbasis - onder de consensus en ver onder de officiële doelstelling van 3 procent. 

Naast een van de laagste inflatiepercentages ter wereld en het vooruitzicht op een soepeler monetair beleid, biedt China momenteel enkele van de hoogste obligatierendementen, ongeveer 2,9 procent. 

We verwachten verdere stimulansen in China, waaronder liquiditeitsinjecties en verlagingen van de reserveratio (Reserve Requirement Ratio, RRR). In de VS zullen de obligatie-inkopen in de nabije toekomst naar verwachting afnemen en zullen de renteverhogingen mogelijk tegen het einde van volgend jaar beginnen.

Afb. 4 -  Nog steeds onder nul
Amerikaanse staatsobligaties: 10-jaarsrente versus reëel rendement, bps
FI - rendementen op staatspapier
Bron: Refinitiv Datastream, Pictet Asset Management. Gegevens uit de periode 28.09.2016-28.09.2021.

De benchmarkrendementen op Amerikaanse staatsobligaties blijven in reële termen negatief en liggen ongeveer 30 basispunten onder onze schatting van de reële waarde, ondanks de recente prijsherziening in afwachting van een monetaire verstrakking (zie Afb. 4). 

Amerikaanse high-yield obligaties zouden bijzonder kwetsbaar moeten zijn voor een verstrakking van het Amerikaanse monetaire beleid. Om te beginnen zijn de waarderingen hoog - het is veruit de duurste vastrentende activaklasse in ons model. Het renteverschil met Amerikaanse staatsobligaties bedraagt iets meer dan 300 basispunten, het kleinste sinds 2007. Bovendien zijn de winstvooruitzichten bij de Amerikaanse bedrijven gestaag aan het verslechteren - de neerwaartse herzieningen van analisten en winstwaarschuwingen nemen al in aantal toe.

We zijn dus negatief ten aanzien van Amerikaanse high-yield obligaties. We zijn minder pessimistisch over high-yield obligaties in Europa, waar de economische groei veerkrachtiger lijkt en de toonaangevende indicatoren nog steeds stijgen. De mobiliteitsbeperkingen nemen af, de vaccinatiegraad is hoog en het fiscaal beleid blijft ondersteunend.

Wat valuta's betreft zien we geen duidelijke katalysator om de aanhoudende sterkte van de Amerikaanse dollar om te keren, maar mogelijke verdere winsten zullen beperkt worden door de hoge waardering ervan. Het Britse pond lijkt het meest kwetsbaar onder de belangrijkste munten, aangezien het groeimomentum in het VK sterk negatief is geworden. In alle sectoren is de groei bijna stilgevallen en die zal allicht nog meer te lijden hebben onder de inflatieopstoot en het benzinetekort. Het kan begin 2022 moeilijk worden voor de Bank of England om de rente te verhogen, zoals dat momenteel is ingeprijsd.

04

Bijzonderheid: hoe kwetsbaar zijn aandelen voor stijgende obligatierentes?

Waarom kan het rendement op overheidsobligaties blijven stijgen?

Om te beginnen is er het eigen beleid van de Fed, dat er overdreven soepel uitziet wanneer het gesteld wordt tegenover het aanhoudende economische herstel van de pandemie. Volgens onze berekeningen, die rekening houden met onze eigen bbp-groei en inflatieprognoses, ligt de Fed Funds Rate momenteel 550 basispunten lager dan de 'natuurlijke' of 'neutrale' rente, of de reële rente die overeenstemt met een economie op duurzaam niveau. Zelfs als we ervan uitgaan dat de kerninflatie nog sneller daalt dan we momenteel verwachten - tot 2 procent van de huidige 3,6 procent tegen het einde van het jaar - zou de impliciete Fed Funds Rate nog steeds 380 basispunten lager liggen dan zou moeten. Als de Fed het komende jaar of zo het verschil zou willen dichten door in elk van haar acht vergaderingen in 2022 de rente met 25 basispunten op te trekken, dan zal de Fed Funds Rate nog steeds 180 basispunten onder de neutrale rente liggen en dus twee jaar achterlopen op de conjunctuurcyclus. 

Dan is er ook nog de marktverwachting, die nog veel gematigder is dan die van de Fed. Momenteel houden de obligatiemarkten rekening met renteverhogingen die ongeveer 50-70 basispunten lager liggen dan de ramingen in de 'dot plot' van de Fed voor 2024 en daarna. Nu de renteverwachtingen van zowel de Fed als de markt in strijd zijn met de onderliggende economische omstandigheden, zal de obligatierente dus wellicht stijgen. Merk ook op dat, historisch gezien, wanneer de obligatierendementen stijgen tijdens een monetaire verstrakking, ongeveer 50 procent van die cumulatieve stijging tot stand komt na de eerste renteverhoging.

Hoe groot is het verschil tussen wat onze eigen analyse ons vertelt over hoe snel - en hoog - de rendementen kunnen stijgen en wat de markt momenteel verdisconteert?

Het rendement op Amerikaanse obligaties met een looptijd van 10 jaar kan pas echt als redelijk gewaardeerd worden beschouwd als de Fed haar balans blijft uitbreiden in lijn met de bbp-groei.

Realistisch gaan we er echter van uit dat de posities van de Fed in obligaties, uitgedrukt als een percentage van de economische productie, slechts tot de tweede helft van 2022 redelijk vlak zullen blijven op 38 procent, alvorens tegen het einde van dat jaar te dalen tot ongeveer 30-32 procent. In dat scenario, en rekening houdend met onze prognoses voor de reële Amerikaanse bbp-groei, bedraagt de reële waarde van de rente op Amerikaanse obligaties met een looptijd van 10 jaar ongeveer 1,8 procent, ofwel ongeveer 30 basispunten meer dan op het moment van schrijven (01.10.2021). (Merk op dat onze kwantitatieve modellen tonen dat het obligatie-inkoopprogramma van de Fed de obligatierente ongeveer 170 basispunten onder hun evenwichtsniveau heeft gehouden.)

Afb. 5 - Reële obligatierendementen hebben een belangrijke invloed op de waardering van aandelen

Amerikaanse 10-jaarsrente TIPS, %, en S&P 500 12-maands koers-winstverhouding

Speciale sectie 1
Bron: Refinitiv, MSCI, IBES, Pictet Asset Management; gegevens uit de periode 31.12.2014-30.09.2021.

Als onze ramingen correct blijken, welk effect zou dit kunnen hebben op de aandelenmarkten?

Een stijging van het reële rendement op zich is niet positief voor aandelen. De voorbije jaren was er een zeer sterke negatieve correlatie tussen de Amerikaanse reële obligatierentes en de koers-winstverhoudingen van aandelen. Voor elke stijging met 100 basispunten van het rendement van de referentie-index van de Amerikaanse inflatiegerelateerde obligaties is de koers-winstverhouding met 20 procent gedaald. Maar dat is op zich niet voldoende om de handel in aandelen af te remmen. Een analyse van de voorbije twee decennia toont inderdaad aan dat de aandelen zijn gestegen, ook al zijn de reële rendementen gestegen. Dat is eenvoudig te verklaren: de winstgroei van de bedrijven was voldoende sterk om de inkrimping van de winstveelvouden van de aandelen te boven te komen.

Stijgende obligatierentes kunnen immers een verbetering van de economische omstandigheden weerspiegelen. En wanneer de economische groei verbetert, verbeteren ook de vooruitzichten voor de bedrijfswinsten. Door de operationele leverage van de bedrijven is de winstgroei van de bedrijven vaak veel volatieler dan de bbp-groei - de bèta van de winstgroei ten opzichte van de bbp-groei is 5, wat betekent dat voor elke procentpunt groei van het bbp de overeenkomstige stijging van de winst per aandeel vijf keer hoger is. (Tijdens de pandemie was de bèta van de winst per aandeel ten opzichte van het bbp ongeveer wel 2-3 keer lager, maar dat is te wijten aan het unieke karakter van de recessie, die de diensten harder treft dan de consumptie van goederen).

Wat dus echt belangrijk is voor de relatieve prestatie van aandelen ten opzichte van obligaties zijn twee variabelen: het verschil tussen de nominale bbp-groei en de risicovrije rente (wat we de 'Fed Put' noemen) en het verschil tussen de winstgroei van bedrijven en de bbp-groei, dat dient als maatstaf voor winstmarges. Hoe breder die kloof, hoe beter de voorwaarden voor aandelen. Als een of beide van die verschillen echter kleiner worden, is het klimaat voor aandelen minder positief. Volgens onze analyse lijken de verschillen kleiner te worden, wat wijst op een lager rendement van aandelen in de toekomst.


Een van de redenen voor de verschuiving is een vertraging van de winstgroei. Tijdens het herstel na de pandemie zijn de Amerikaanse bedrijfswinsten gestegen tot een niveau dat op lange termijn niet houdbaar is; de winststijging waarmee analisten rekening houden voor 2023, bijvoorbeeld, ligt zo'n 20 procent boven de langetermijntrend. Dat, en de winstmarges die ook de pan uit swingen, tonen dat het stijgingspotentieel van de bedrijfswinsten vanaf dat moment beperkt is. Een ander probleem is de toegenomen kwetsbaarheid van de aandelenmarkt voor een stijging van de kapitaalkosten.

Omdat een groot deel van de waarde van de aandelenmarkt voortvloeit uit hoge winstramingen, kan zelfs een iets hogere rente waartegen die toekomstige kasstromen worden verdisconteerd de aandelenkoersen treffen. We stellen vast dat de duration van de Amerikaanse aandelenmarkt - een maatstaf voor de gevoeligheid van de aandelenkoersen voor een stijging van de langetermijnrente met 100 basispunten - 40 procent hoger ligt dan tien jaar geleden.

Dat betekent dat een stijging van de langetermijnrente met 100 basispunten volgens ons verdisconteerde cashflowmodel - ceteris paribus - zou leiden tot een daling van ongeveer 20 procent in de reële waarde van de aandelenmarkten.  Dat stemt overeen met de bèta van de koers-winstverhouding ten opzichte van het rendement op Amerikaanse inflatiegerelateerde obligaties die schommelt rond 4.
Het risico dat stijgende obligatierendementen vormen voor aandelen is nog groter omdat de economie in een laat stadium van haar cyclus belandt, gekenmerkt door een oplopende inflatie. In zo'n fase is het rendement van aandelen en obligaties doorgaans positiever gecorreleerd - momenteel is de correlatie tussen de twee grote activaklassen het hoogst in 15 jaar.

Afb. 6 - Aandelen zeer kwetsbaar voor stijging langetermijnobligatierendementen

Verwachte winstgroei van Amerikaanse aandelen, dividendrendement en rendement op Amerikaanse staatsobligaties met looptijd van 10 jaar, in % 

speciale sectie 2
Bron: Refinitiv, MSCI, IBES, Pictet Asset Management; gegevens uit de periode 31.12.1987-30.09.2021.

Historisch gezien, welke gebieden van de aandelenmarkt zullen het naar verwachting goed doen en welke zullen het waarschijnlijk moeilijk hebben?

Groeigerichte aandelenmarkten en sectoren behoren tot de gebieden die het kwetsbaarst zijn voor stijgende obligatierendementen. De sectoren en regio's die de grootste voordelen ondervinden, zijn de cyclische waarden en regio's, zoals de financials en Latijns-Amerikaanse aandelen.

Wijzigingen in de vorm van de rentecurve kunnen echter een beter beeld geven van de relatieve prestaties van sommige activaklassen. Als de geschiedenis een leidraad is en op voorwaarde dat de consensusverwachtingen voor de bbp-groei grotendeels nauwkeurig zijn, zal de Amerikaanse rentecurve het komende jaar aanzienlijk vervlakken - naarmate de economie de productie die verloren ging door de pandemie herstelt. Als het om een vervlakking gaat - en er dus ook een stijging is van de rendementen over alle looptijden - dan toont de ervaring uit het verleden dat wereldwijde aandelen doorgaans een rendement van ongeveer 10 procent op jaarbasis genereren, waarbij niet-Amerikaanse en waardeaandelen beter presteren (meer in termen van gemeenschappelijke valuta, aangezien de Amerikaanse dollar doorgaans verzwakt).

Hoewel de ervaring toont dat stijgende obligatierendementen op zich geen belangrijke tegenwind zijn voor de aandelenmarkten, wijzen de hoge waarderingen van aandelen, de groeigerichtheid van belangrijke aandelenindexen en een monetair beleid dat achterblijft op de economische cyclus erop dat de toekomstige rendementen op aandelen waarschijnlijk aanzienlijk lager zullen zijn dan in het recente verleden. In onze Secular Outlook verwachten we dat wereldwijde aandelen in de komende vijf jaar ongeveer 6 procent op jaarbasis in Amerikaanse dollar zullen opleveren - minder dan de helft van het totale rendement op jaarbasis van de afgelopen tien jaar.


05

Wereldwijd marktoverzicht: pompen raken opgedroogd

Wereldwijde aandelen en obligaties eindigden de maand allebei in het rood, omdat de bezorgdheid over de mogelijke gevolgen van een schuldencrisis bij het Chinese vastgoedbedrijf Evergrande voor de al vertragende economie van het land toeneemt. Beleggers hebben zich ook voorbereid op een intrekking van de monetaire stimuleringsmaatregelen voor de pandemie in de VS.

De aandelen hadden het moeilijker dan de obligaties. De MSCI All-Country World Index eindigde de maand met een daling van meer dan 3 procent in lokale valuta. De opkomende markten waren de slechtst presterende regio, met Chinese en Braziliaanse aandelen die de ontwikkelde wereld onder druk zetten.

Afb. 7 - Voet op het gaspedaal
NYMEX-prijs aardgasfutures (USD per MMBTU*)
Markten - gas
Bron: Refinitiv, Datastream, NYMEX, Pictet Asset Management; gegevens uit de periode 31.21.2015-28.09.2021; *Metric Million British Thermal Unit.

Aan China blootgestelde sectoren zoals mijnbouw en grondstoffen waren de grootste verliezers. De energieaandelen daarentegen deden het beter toen de gasprijzen stegen als gevolg van tekorten in het aanbod (zie Afb. 7). Nutsbedrijven blijven ondermaats presteren, zelfs in een zwakkere marktomgeving, en noteren nu historisch laag ten opzichte van de benchmark. Het vooruitzicht van hogere rentevoeten ondersteunde de banken, die de maand hoger afsloten.

Japanse aandelen presteerden beter dan de ontwikkelde aandelenmarkten, toen de Covid-19-besmettingen daalden en naarmate de verwachtingen over nieuwe economische stimulansen onder de nieuwe eerste minister Fumio Kishida groeiden. Amerikaanse aandelen bereikten een recordhoogte eerder in de maand, maar eindigden fors lager nadat medewerkers van de Fed opperden dat de monetaire stimuleringsmaatregelen sneller zouden worden ingetrokken en er agressievere renteverhogingen zouden komen. 

Op de vastrentende markten deden de Chinese staatsobligaties het beter dan die van de ontwikkelde en opkomende markten, ondersteund door een lage inflatie, het vooruitzicht op een soepeler monetair beleid en het aantrekkelijke rendement van de activaklasse van ongeveer 2,9 procent. Elders daalden de obligaties van de opkomende markten in harde en in lokale valuta's, als gevolg van een sterke dollar die 1,7 procent won bij een algemene toename van de risicoaversie.

De Chinese renminbi (RMB) vertoonde opmerkelijke veerkracht door de maand bijna vlak af te sluiten ondanks de dalende binnenlandse aandelenmarkten. Het Britse pond daalde met 2 procent omdat de stijgende inflatie, de verstoringen van de toeleveringsketen en een brandstoftekort het herstel van de Britse economie na de coronacrisis afremden.

06

Samengevat

barometer oktober 2021

Asset-allocatie

We verlagen onze positie in obligaties en verhogen onze cashpositie nu de centrale banken bereid zijn om hun monetaire stimulansen terug te trekken.

Aandelenregio's en -sectoren

We upgraden Japan naar neutraal gezien de politieke ontwikkelingen en upgraden gezondheidszorg naar overwogen als onderdeel van een verschuiving naar defensieve sectoren.

Vastrentende waarden en valuta's

We geven de voorkeur aan Chinese staatsobligaties vanwege de lage inflatie, de waarschijnlijkheid van verdere stimulansen van de centrale banken en de aantrekkelijke rendementen.